Geleerde lessen leefstijlmonitoring bij Cordaan

Geleerde lessen leefstijlmonitoring bij Cordaan

Geplaatst op: 11 november 2021

NIEUWS || Al sinds 2016 is zorgorganisatie Cordaan bezig met leefstijlmonitoring. Eerst met technologie van Philips, later van Focus Cura en sinds drie jaar met de tools van Sensara. De innovatie-afdeling is enthousiast over deze technologie, maar het gebruik binnen de wijkteams zou nog vergroot kunnen worden. Twee ervaren e-health projectleiders delen hun geleerde lessen.

 

“We werken inmiddels drie jaar met de leefstijlmonitoring tool Sensara, maar het gebruik is op dit moment beperkt tot de casemanagers dementie”, vertelt Suzanne Klijnman, projectmanager Innovatie, ICT & Zorgdomotica bij Cordaan. “Er werken nu zo’n zestig cliënten en vijfentwintig casemanagers mee. Opschalen is niet ons doel op zich, we willen vooral borging in de organisatie en opname in het werkproces.”

Elke Bronkhorst is projectleider e-Health en Innovatie. “We zijn drie jaar geleden begonnen met Sensara met als doel cliënten langer zelfstandig thuis te kunnen laten wonen met behulp van technologie. We hebben iedereen ermee laten experimenteren zonder duidelijk te zeggen: het moet hiervoor worden ingezet. We zijn gestart met casemanagers die cliënten hebben met dementie die alleen thuis wonen, maar dat was onze enige criterium.”

 

Het doel is te breed
Sinds een paar maanden loopt er bij Cordaan een implementatie expert / coach mee die samen met de projectleiders inzichtelijk heeft gemaakt wat er goed is gegaan binnen het project, wat er beter kan, waar het knelt en vooral: waarom het borgen nog beter kan. “We zijn tot de belangrijke conclusie gekomen dat we concreter moeten maken met welk (zorg)doel en bij welke doelgroep je leefstijlmonitoring inzet”, vertelt Elke.

“Bij een medicijndispenser of sleutelkluis is het doel duidelijk”, legt de projectleider uit. “Dat maakt zo’n technologie dus ook direct makkelijker om in te zetten. Leefstijlmonitoring is een stuk complexer. Doelen als preventie en mensen langer thuis laten wonen zijn te breed. Daaruit blijkt niet direct voor wie en waarom je het inzet. Leefstijlmonitoring kan in principe voor iedere alleenwonende kwetsbare cliënt en zijn/haar mantelzorgers van waarde zijn.”

 

“Leefstijlmonitoring kan in principe voor iedere alleenwonende kwetsbare cliënt en zijn/haar mantelzorgers van waarde zijn.”
– Elke Bronkhorst, projectleider e-Health en Innovatie

 

Volgens Suzanne zijn er in de afgelopen jaren heel veel ideeën besproken en blijkt uit veel casussen dat leefstijlmonitoring inderdaad heeft bijgedragen aan preventie en uiteindelijk langer thuis wonen. Maar een concrete vertaling naar het werkproces van een zorgmedewerker bleef tot nu toe uit. Dat verklaart ook waarom ons gebruik beperkt blijft. Vooral de zorgmedewerkers die hier een beeld bij hebben, zetten leefstijlmonitoring in. De rest, die nog concrete handvatten mist, vaak nog niet.”

 

Behoefte van mantelzorgers
Als de wie, wat en waarom ontbreekt, moet de techniek dan überhaupt wel ingezet worden? Elke: “De inzet van leefstijlmonitoring past bij de opgave waar we als zorg voor staan: meer zorgvragers, minder verzorgenden. We gaan er echt naartoe dat er meer mensen langer thuis moeten kunnen blijven wonen. We zien daarnaast dat je door de inzet van deze technologie bepaalde veranderingen in de gezondheid sneller detecteert, waaronder urineweginfecties of een valpartij. Ten slotte, maar we staan nu nog aan de start daarvan, geloven we dat we in de context van verpleeghuiszorg thuis ook een stukje 24/7 nabijheid kunnen bieden met leefstijlmonitoring.”

Suzanne: “Nog een belangrijke aanvulling daarop is dat uit gesprekken met mantelzorgers van cliënten blijkt dat zij een tool als Sensara erg fijn vinden, omdat het hen de kans biedt om op afstand en laagdrempelig zicht te houden op hun familie. Dus dat is ook een belangrijke motivatie vanuit onze kant.”

 

Terug naar de tekentafel
Afgelopen zomer was Suzanne aanwezig bij een intervisie sessie georganiseerd door Vitavalley gericht op knelpunten bij het implementeren van leefstijlmonitoring. “De input van deze sessie plus de inzichten van de implementatie coach hebben ervoor gezorgd dat wij nu drie dingen doen. Een is pas op de plaats maken. We moeten verder evalueren wat we hebben gedaan, wat er op dit moment al goed werkt en wat er nu nog niet goed lukt. Dat moeten we ten tweede direct in samenwerking met onze zorgmedewerkers doen. We moeten buiten onze innovatie-afdeling treden en een nauwe samenwerking met de thuiszorg aangaan, zowel de werknemers op de vloer als met de directie. We moeten beter gaan begrijpen wat de opgave is die bij de thuiszorg ligt, welke ambities en doelen zij hebben en hoe leefstijlmonitoring daar in past.”

“We moeten, ten derde, terug naar de tekentafel”, gaat Elke verder. “Met de inzichten die we vergaren moeten we nog eens het hele plan uitwerken en bepaalde keuzes wellicht heroverwegen. We hebben ons bijvoorbeeld tot nu toe op één type medewerker in de thuiszorg gefocust, namelijk de casemanager dementie. We willen nu samen met de thuiszorg kijken voor welke doelgroepen en of medewerkers leefstijlmonitoring misschien nog meer geschikt is. Zoals het onderzoek van Vilans al aantoont lijkt het ook een technologie die van grote waarde is voor VPT/MPT cliënten.”

 

Geleerde les
“Het is niet per se slecht dat het proces zo is verlopen, je moet immers de tijd nemen om met elkaar te ontdekken wat technologie kan betekenen en ervaring opdoen. Dan kun je die kennis daarna omzetten naar concrete tools en werkafspraken en in die fase bevinden wij ons nu”, zegt Elke. “We gaan nu doelstellingen en doelgroepen definiëren. Deze vertalen naar concrete werkafspraken wordt een volgende stap om leefstijlmonitoring te borgen in de thuiszorg. Alle ervaringen van de afgelopen jaren nemen we mee in deze vertaling. Om onze ‘tekening’ die al geruime tijd op de tekentafel ligt, steeds iets verder in te kleuren en van details te voorzien.”

Suzanne: “We hopen dat over een jaar alle medewerkers die bij cliënten thuiskomen weten wanneer en hoe ze leefstijlmonitoring in kunnen zetten met welk doel. Zij kunnen dit ook uit zichzelf aanvragen en regelen, waardoor wij feitelijk niet meer nodig zijn.” Elke: “Het zou heel wenselijk zijn als leefstijlmonitoring over een jaar project-af is. Als het onderdeel is van de gewone dienstverlening van Cordaan. Iets waar iedereen bij de intake, of waar dan ook in het proces, aan denkt. Net zoals we gewend zijn geraakt aan personenalarmering inzetten.”

 

Dit artikel werd geschreven naar aanleiding van de intervisiebijeenkomst over leefstijlmonitoring die VitaValley in de zomer organiseerde. Tijdens deze bijeenkomst werden uitdagingen als implementatie, bekostiging en opschaling van leefstijlmonitoring, in het specifiek Sensara, besproken.

 

Lees ook