E-health als onderdeel van de wijkverpleging: praktijkvoorbeeld Sensire en Menzis

E-health als onderdeel van de wijkverpleging: praktijkvoorbeeld Sensire en Menzis

Geplaatst op: 5 juli 2021

INTERVIEW || In opdracht van VitaValley interviewt Equalis SET-innovatieclusters over de contractering van e-health. Hierbij kijken we in hoeverre er afspraken zijn gemaakt, welke afspraken er zijn gemaakt en hoe tevreden de betrokken partijen hiermee zijn. Deze reeks is een vervolg op de eerdere blogreeks over structurele bekostiging en de publicatie van het stappenplan contractering. Voor de derde blog in de reeks spraken we met Daphne Donders (Sensire) en Olivier van Noort (Menzis).

Dit interview is geschreven door Lieke Boonen en Wouter van StraatenEqualis

 

Sensire biedt verzorging, verpleging en gespecialiseerde zorg, bij patiënten thuis of in één van hun WoonZorgcentra. Met zo’n 6.000 klanten is het de grootste zorgorganisatie in de Achterhoek en de Liemers. In 2019 ontving Sensire, na een aanvraag samen met zorgverzekeraar Menzis, een SET-subsidie voor de implementatie van verschillende digitale diensten, zoals beeldzorg, personenalarmering, hulp bij het innemen van medicijnen en videomonitoring.

Sensire en Menzis sloten recent een nieuw contract af voor de wijkverpleging, maar zijn daar nog niet helemaal tevreden over. Ondanks dat het goede elementen bevat gaven ze het contract een 6, net voldoende. In het gesprek gaan Daphne en Olivier hier verder op in en schetsen ze op welke punten het contract volgens hen nog kan verbeteren

.

Kernpunten van de contractafspraken

  • Digitalisering als onderdeel van de totale wijkverpleging. Sensire en Menzis vinden dat e-health onderdeel is van de totale geleverde wijkverplegingszorg. Ze sloten daarom een contract af voor de totale wijkverplegingszorg zonder specifieke doelgroepen en aparte doelstellingen voor digitalisering.
  • Vast tarief per klant per week. E-health wordt binnen de huidige productstructuur gefinancierd. Deze productstructuur gaat uit van een bekostiging per uur op basis van een tarief per klant per week. Het tarief is afhankelijk van de kwetsbaarheidscategorie waaronder de klant valt.
  • Prikkels voor doelmatige zorg. Sensire en Menzis hebben in de bekostigingsstructuur afspraken gemaakt met een doelmatige inzet van zorg per klant als uitgangspunt. Hierbij wordt onder andere gekeken naar ureninzet per week en een gemiddeld aantal klantweken. Financiële resultaten worden gemonitord en systematisch met elkaar gedeeld t.b.v. verbetering. Daarnaast is er voor Sensire ruimte om de zorg zelf vorm te geven (dan wel fysiek, dan wel door de inzet van digitale zorg).
  • Focus op verbinding voor langere termijn, op basis van jaarlijkse afspraken. De lange termijn focus is ingezet in 2017, waarbij het breed gedragen regiobeeld en regiovisie Achterhoek 2030 als referentiekader wordt gehanteerd. Jaarlijks kijken ze naar de voortgang en maken we nieuwe afspraken die aansluiten op de ontwikkelingen.

 

Vormgeving van het contract
Ter voorbereiding op het interview hebben we Sensire en Menzis gevraagd aan te geven hoe zij scoren op de uitgangspunten voor het maken van contractafspraken, die benoemd staan in het stappenplan contractering (zie onderstaande figuur). Dit geeft inzicht in de wijze waarop de afspraken zijn vormgegeven. Voor een toelichting op deze uitgangspunten en de herkomst van dit model, verwijzen we naar dit achtergronddocument.

 

 

Inhoud is leidend en e-health als onderdeel van de totale zorg
“Als organisatie willen we dat het aanbieden van zorg op afstand net zo ‘standaard’ wordt als het verlenen van fysieke zorg. Waarbij het uitgangspunt is: digitaal wat kan en fysiek wat moet.”; begint Daphne. “We hebben daarom een hele brede SET-aanvraag gedaan, waarin verschillende toepassingen voor e-health terugkomen, zoals personenalarmering, videomonitoring, lifestylemonitoring, dubbelcontrole op afstand, en nog meer.” Sensire wil hiermee vooral in kunnen spelen op de behoefte van de klant en zo de juiste zorg op de juiste plek kunnen leveren.

 

“Uiteindelijk willen we, met een vergrijzende populatie, kwalitatief goede en doelmatige zorg aanbieden.”

– Daphne Donders, Relatiemanager – Sensire

 

Digitalisering is dan ook niet als een aparte doelstelling in het nieuwe contract opgenomen, maar zien beide partijen als onderdeel van de totale wijkverpleging. “De inhoud moet leidend zijn.” geeft Daphne aan. “Uiteindelijk willen we, met een vergrijzende populatie, kwalitatief goede en doelmatige zorg aanbieden. Digitalisering is daar onderdeel van, maar we willen wel werken vanuit de behoefte van de klant. Je kunt de klant bijvoorbeeld wel een iPad geven, maar dat betekent niet per se dat de zorg daarmee bijdraagt aan de doelstellingen in het zorgplan. Alle interventies die je doet, digitaal, hulpmiddelen, fysiek, et cetera, moeten gericht zijn op het vervullen van de doelstellingen die in het zorgplan met de klant en zijn/haar naasten zijn opgenomen.”

 

Geen afspraken over in te zetten zorg
Wanneer je de implementatie van e-health wil bevorderen dan moet daarvoor ruimte in het contract gegeven worden, geven beide partijen aan. Het huidige contract wijkverpleging is erop gericht die ruimte te creëren. Aparte doelstellingen zijn niet opgenomen, maar Sensire en Menzis hebben wel een experimentele manier van bekostiging opgenomen. Ze laten hier de traditionele manier van bekostiging per uur los en zijn overgegaan op een vast tarief per klant per week. Binnen dit tarief bepaalt Sensire zelf op welke manier het de zorg inricht en hoe e-health daar onderdeel van is.

Door digitalisering kan je verwachten dat de zorg, op termijn, goedkoper wordt en dat dit effect gaat hebben op af te spreken tarieven. Olivier: Ik denk dat digitalisering effect kan hebben op volume: dus een dempende werking op de inzet van personeel. Daarmee heeft het geen effect op het huidige uurtarief, maar wel op een week-, maand of zorgzwaartetarief. Daphne: “Beheersing van de zorgkosten is een van de doelstellingen maar ook kwaliteit en toegankelijkheid zijn hele belangrijke parameters om op in te zetten. We verwachten naar mijn idee nog meer dat we de zorg kwalitatief hoogwaardig en beschikbaar kunnen houden voor iedereen die dit nodig heeft. En dat te kunnen realiseren tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.”

 

Inhoudelijke tariefbepaling met voordelen maar ook risico’s
Een vast aantal uur per week is echter niet per se waar beide partijen heen willen. “Uiteindelijk willen we toe naar een inhoudelijke definiëring van doelgroepen waarop de bekostiging is gebaseerd.” geeft Olivier aan. “Om die reden worden klanten op dit moment gevraagd de Groningen Frailty Indicator (GFI) in te vullen, een gevalideerde vragenlijst met 15 vragen die fysieke, cognitieve, sociale en psychologische kwetsbaarheid meet. Op basis van de GFI score worden klanten ingedeeld in drie categorieën: minder kwetsbaar, kwetsbaar en zeer kwetsbaar. Het weektarief voor de klant is afhankelijk van de categorie waarin de klant valt, waarbij de verschillen tussen de tarieven van verschillende klantgroepen kunnen oplopen tot honderden euro’s per maand.”

Tariefbepaling is niet de enige reden waarvoor de GFI gebruikt wordt. “Je kunt de klantbehoefte er ook goed mee in beeld brengen. We maken eigenlijk een hele anamnese conform de richtlijn van het NWG (Nederlands Wijkverpleegkundigen Genootschap), waar kwetsbaarheid een onderdeel van is. De GFI is daarin je een check/samenvatting als onderdeel van de brede anamnese. En soms kom je daarmee op hele andere inventariseringen en oplossingen dan in eerste instantie verwacht was.” zegt Daphne. “Eén van mijn collega’s had een klant die hulp nodig had bij het douchen en het aandoen van haar steunkousen. Door de GFI score en het daaropvolgende gesprek die ze met de klant had kwam ze erachter dat de mevrouw eigenlijk geen ondersteuning nodig had met douchen of haar steunkousen, maar voornamelijk eenzaam was.” Dit lijkt goed aan te sluiten bij het werken vanuit de behoefte van de klant, waar Sensire voor staat.

Tariefbepaling aan de hand van de GFI brengt echter wel risico’s met zich mee. “Het werd namelijk duidelijk dat er geen goede match was tussen het aantal uren inzet en de GFI klasse.” zegt Olivier. De kosten kunnen daardoor hoger, maar ook lager uitvallen dan verwacht. Doordat dit geldt voor beide partijen lijken de risico’s gelijk verdeeld te zijn. Uiteindelijk zoeken Sensire en Menzis wel naar een manier om de zorgzwaarte goed in te schatten en op die manier te komen tot een passend tarief.

 

Doorontwikkeling van contractafspraken is nodig
Sensire en Menzis maken stappen in het inzetten van digitale zorg. SET heeft ze geholpen om ruimte te maken voor de e-health toepassingen en de opschaling naar klanten. Het wijkverplegingscontract biedt nu de ruimte en ondersteuning om dit door te zetten, geeft Daphne aan. Desondanks realiseren beide partijen ook dat er nog ruimte is om het contract op een aantal punten te verbeteren. Ze zijn nog niet geheel tevreden over de gemaakte afspraken. “Dat ruimte-scheppen voor digitaliseren is echt wel gelukt, maar wat we minder hebben zijn afspraken over kwaliteit.” geeft Daphne aan.

 

“De stelling ‘meten = weten’  is namelijk slecht van toepassing op de kwaliteit van wijkverpleging.”

– Olivier van Noort, Regiomanager – Menzis

 

Wanneer je afspraken over kwaliteit wilt maken, zal je de resultaten ook in kaart moeten brengen. Daar schort het nog aan. Daphne: “We proberen het, maar we komen niet verder dan bepaalde proces indicatoren, zoals het percentage klanten dat de GFI volledig invult, het aantal klanten per wijkverpleegkundigen en klantervaringen aan de hand van de PREM.”

“Je moet daarvoor wel de juiste dingen meten, anders sla je de plank mis. En dat doe je al snel” vult Olivier aan. Uiteindelijk willen beide partijen de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg verbeteren door onder andere meer digitale zorg aan te bieden. Daarom zullen ze in de toekomst toe gaan werken naar het meten van resultaat, en dat ook meenemen in de tariefbepaling. “Maar kwaliteitsmeting als proces is natuurlijk ook van waarde, nog meer dan die score zelf. De stelling ‘meten = weten’  is namelijk slecht van toepassing op de kwaliteit van wijkverpleging.” concludeert Olivier. Het gaat er uiteindelijk om dat de klant wordt voorzien van de juiste zorg op de juiste plek.

 

Eerder verschenen in deze reeks: