BLOG || Eind mei verscheen het rapport ‘Niets doen is geen optie’ met als kernboodschap: ongewijzigd beleid in de ouderenzorg is niet vol te houden. Het rapport werkt de beleidsopties uit om het tij te keren. En toen viel het kabinet. En nu? Wat betekent dit voor de opschaling van digitale zorg?
Gastblog geschreven door Pim Ketelaar, bestuurder en programmadirecteur VitaValley
Maar even niets doen? Nee hoor. Eén van de maatregelen is het investeren in productiviteitsverhogende technologie, zoals digitale zorgtoepassingen, zowel thuis als in het verpleeghuis. De woorden productiviteit en zorg schuren soms, dus er wordt gelukkig ook gekeken naar ‘technologie die ontzorgt, ontlast en waar mogelijk de arbeidsvreugde ondersteunt.’
Vier essentiële onderdelen
Daar zijn we in Nederland al best even mee bezig. Het veld is volop in beweging met de drieslag ‘Zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan’. Het investeren gaat mijns inziens vooral over investeren in samenwerking en in transformeren. Hierbij zijn vier onderdelen essentieel:
- het bundelen van kennis;
- gezamenlijke waardebepaling en gelijkgerichte bekostiging;
- samen leren implementeren;
- stimuleringsmiddelen.
Alle vier de onderdelen zijn nodig en in samenhang. Dus voor een organisatie die aan de slag gaat met de inzet van arbeidsbesparende technologie is er één toegankelijke kennisbank (1), is er een duidelijk overzicht van bewezen technologieën, de onderliggende waardebepaling en hoe deze bekostigd worden (2), is er een bruisend leernetwerk, een Community of Practice, waarin implementatiekennis en -ervaring over de inzet (#hoedan? #zodus!) van deze bewezen toepassingen wordt uitgewisseld (3) en zijn middelen beschikbaar om de noodzakelijke veranderingen in de organisatie en regio te realiseren (4).
Proudly copied from
De samenhang is hierbij dus essentieel; het één kan niet zonder het ander. Alleen kennis is niet voldoende. Alleen een lijst met bewezen toepassingen is niet voldoende. Alleen stimuleringsgeld is niet voldoende. Alles moet bij elkaar komen in een implementatie in de praktijk, op zo’n manier dat cliënten, mantelzorgers en zorgprofessionals daadwerkelijk de voordelen ervaren. Vanzelfsprekend, voorspelbaar en structureel. Goede voorbeelden – en de eerlijke ervaringsverhalen daarachter – moeten breder gedeeld worden. Om zo ‘proudly copied from’ maximaal te stimuleren.
Meer samenwerking is niet controversieel
De bal ligt hierbij voor een groot deel bij het veld zelf. Bovengenoemde onderdelen zijn terug te vinden in de Kennisbank digitale zorg, het Platform Transformatie naar digitale en hybride zorg , de Vliegwiel coalitie , Anders werken in de zorg en de SET en het SET-up programma. Daarnaast zijn er de aangekondigde transformatiemiddelen en stimuleringsregelingen uit het Integraal Zorgakkoord (IZA), het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) en het Programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (TAZ). De uitdagingen zijn te groot om in de ijskast te zetten. De IZA partijen deden daarom een oproep om niets wat met het IZA te maken heeft controversieel te verklaren. Meer samenwerking in de zorg lijkt mij überhaupt niet controversieel meer gezien de uitdagingen.
Sterker nog, er moet nog een flinke tand bijgeschakeld worden om alle puzzelstukken beter in elkaar te passen. Er is nog veel praktijkvariatie en vrijblijvendheid bij de inzet van digitale zorg. De gelijkgerichtheid en transformatiesnelheid kan en moet omhoog.
Kortom: werk aan de winkel – niets doen is geen optie.